De goddelijke bloem, dios is god in het oude Grieks en anthos bloem in dezelfde taal. Vermoedelijk is de naam te danken aan Dianthus caryophyllus L en dat wil dan weer zeggen dat Linnaeus de plant de naam gegeven heeft en dat is dan weer meer dan 300 jaar geleden. Caryophyllus komt uit het oude Latijn en wil zeggen dat er iets met de kruidnagel is aan de plant, geur, vorm en bij de Dainthus de vorm van het blad, bij deze Dianthus dan wel te verstaan. En van D. caryophyllus is de doopceel gelicht, maar nou weten we eigenlijk nog niks behalve dan dat de plant geurt en een op kruidnagel gelijkend blad heeft. De plant ruikt lekker, heeft purperen bloemen en werd waarschijnlijk al door de Romeinen in hun tuin geplant. In het wild niet meer te vinden, komt uit het Middellandse Zeegebied en is ouder van veel cultivars. Dan volgen de D. armeria, chinensis, superbus en de deltoides, de steenanjer. De D. ferrugineus heeft veel op elkaar lijkende soorten. En van al die anjers zijn werkelijk honderden, misschien wel duizenden cultivars gekweekt. En verdwenen…. Met enkele bloemen, dubbele, gefranjerd, met twee kleuren, halfgevuld, kleuren wit, roze, zalm en alles wat daar op lijkt. Geel komt alleen voor bij de D. knappii Al die anjers komen voor tussen struikgewas, droge en zonnig gelegen plek. Meestal met lange stengels die slap zijn. De D. gratianopolitanus , van Engeland tot Polen, groeiend in mooie kussens vormende planten. Rotstuinplanten liefhebbers zijn […]