Deze mooie voorjaarsbloeier heeft wat betoverens. Toch heet de soort die in ons land alleen van huis uit in Zuid-Limburg vookomt A. vulgaris en vulgaris betekend gewoon. Wel , zo gewoon is de plant nou ook weer niet. De blauwe of purperen bloemen zijn prachtig van bouw met een lang spoot. Alleen hommels met een lange tong en bijvoorbeeld de kolibrie vlinder kunnen bij de honing, voor de vlinder is het vaak te vroeg, dus te koud. Bijen en andere hommels en solitaire bijen bijten een gaatje in die sporen en dat noemt de Flora van Nederland diefstal met braak. Aquilegia is ook zo’n aparte naaam. Aqua is water en legere verzamelen, maar water met z’n bladeren verzamelen doet de plant toch echt niet. De naam zou ook kunnen verwijzen naar de gekromde sporen van de arend.
De akelei is niet alleen getooid met sporen, er zijn gevulde bloemen met veel kleuren en A.’Nora Barlow’ is om veel redenen een aparte akelei. Haar naam kreeg ze van de kleindochter van Charles Darwin. Van vader en moeder erfde ze de passie voor tuinieren. De tuin van haar moeder in Cambridge werd een paradijs genoemd waar merels de hele dag zongen in bemoste appelbomen en iedere bloem een verrassing was. Ze stief in 1989, 104 jaar oud. Tot grote verbazing van iedereen komt de plant echt uit zaad terug. Alan Bloom, de beroemde vaste planten kweker van Bressingham werd op de plant attent gemaakt door een vriend van mevrouw Barlow en zo kwam de plant in de handel, tot grote vreugde van menig tuinier.
In de hele wereld komt de akelei voor, soms niet helemaal winterhard, maar allemaal met mooie bloemen, de Amerikaanse soorten en de Aziatische, maar ook de Zuid Europese zijn gewoon mooi. De botanische soorten hebben bloemkleuren van blauw met geel, wit met lila, gewoon wit of citroengeel. Ze groeien niet in zand en super zware klei maar wel in de volle zon of schaduw. De bloemstengels kunnen tot 1 meter uitgroeien. Rullere ietwat niet te zware grond is het beste. En dan doen ze waar ze goed in zijn, onderling kruisen en dan is het elk jaar feest. Welke kleuren komen er nu weer tevoorschijn? Met en zonder sporen en hoe gaan die honingeters nu weer aan de slag? Je kunt de nieuwe planten vaak al voor de winter vinden in de buurt van de ouders. Ze worden vaak jaren oud maar zijn niet langlevend en dat hoeft ook niet, want uitbreiden is vanzelfsprekend.
Tuinmensen die zich graag laten verrassen moeten zeker akelei in de tuin poten. In Sissinghurst en andere beroemde tuinen worden akelei gekoesterd en is er vaak een hoek waar de plant zijn gang mag gaan. Als er geen gesloten plantendek is blijven ze elk jaar in allerlei vormen terug komen. Zaad opvangen en zelf uitzaaien kan natuurlijk ook, veel soorten komen echt terug. Een ander belangrijk aspect is voedsel voor hommel en bij, ook met diefstal en inbraak. Kijkend daarnaar komt het boek van Frans de Waal voorbij “Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?”.
loek peters