Exclusieve vaste planten en schaduwplanten
Exclusieve vaste planten en schaduwplanten
Marnis Plantenkwekerij Column Loek Peters

Dianthus

De  goddelijke bloem, dios is god in het oude Grieks en anthos bloem in dezelfde taal. Vermoedelijk is de naam te danken aan Dianthus caryophyllus L en dat wil dan weer zeggen dat Linnaeus de plant de naam gegeven heeft en dat is dan weer meer dan 300 jaar geleden. Caryophyllus komt uit het oude Latijn en wil zeggen dat er iets met de kruidnagel is aan de plant, geur, vorm en bij de Dainthus de vorm van het blad, bij deze Dianthus dan wel te verstaan.

En van D. caryophyllus is de doopceel gelicht, maar nou weten we eigenlijk nog niks behalve dan dat de plant geurt en een op kruidnagel gelijkend blad heeft. De plant ruikt lekker, heeft purperen bloemen en werd waarschijnlijk al door de Romeinen in hun tuin geplant. In het wild niet meer te vinden, komt uit het Middellandse Zeegebied en is ouder van veel cultivars.

Dan volgen de D. armeria, chinensis, superbus en de deltoides, de steenanjer.  De D. ferrugineus heeft veel op elkaar lijkende soorten. En van al die anjers zijn werkelijk honderden, misschien wel duizenden cultivars gekweekt. En verdwenen….

Met enkele bloemen, dubbele, gefranjerd, met twee kleuren, halfgevuld, kleuren wit, roze, zalm en alles wat daar op lijkt. Geel komt alleen voor bij de D. knappii Al die anjers komen voor tussen struikgewas, droge en zonnig gelegen plek. Meestal met lange stengels die slap zijn. De D. gratianopolitanus , van Engeland tot Polen, groeiend in mooie kussens vormende planten. Rotstuinplanten liefhebbers zijn er dol op en deze anjers geurt als kruidnagel. Omdat er zoveel soorten zijn is er een indeling naar bloemvorm,enkel, halfgevuld enzovoort.

Alle anjers, zoals gezegd, volle zon en niet al te zware grond. Is die er wel, kiezel of kippengrit er door mengen. En natuurlijk is er een uitzondering, de D. superbus doet het in veengrond en een koele plek in de halfschaduw. Als je nu zou weten welke genen in welke cultivar zitten zou dat kunnen verklaren waarom sommige anjers het op die plek wel en die plek niet doen.

Het oplossen van deze puzzel zal niet meevallen omdat van veel oudere soorten die vaak erg mooi zijn, de winner, (kweker die de plant ‘gekweekt heeft) en de ouder planten niet meer bekend zijn.

In catalogi staan de cultivars vaak met de naam van de ouders genoemd , zoals D. allwoodii ‘Alice’ of D. deltoides ‘Flashing Light’ of onder de verzamelnaam plumaris hybriden. Op de naamkaartjes staan de eisen die de plant stelt aan grondsoort, zon en noem maar op  Anjers zijn sterke planten die met veel vaste planten te combineren zijn, Ook in potten en schalen en zeker troggen als namaak berglandschap zijn de pollen vormende planten helemaal op hun plek. Bloeien doen ze allemaal in mei tot juli. Sommige soorten worden elk jaar gezaaid, anderen beter gestekt. Zowel in Engeland als de USA hebben kwekers soorten in prachtige kleuren ontwikkeld, uitzaaien in januari of februari, verspenen en na de IJsheiligen de tuin in.

Sommige soorten zaaien zich zelf uit, zoals de D. armeria die van zichzelf al een- of tweejarig is. In Engeland werd in 1590 een anjer in het wild gevonden en naar die plek genoemd Deptford Pink. Ook in ons land komen op sommige plekken nog anjers in het wild voor, dat wil in ieder geval zeggen dat de anjer het bij ons doet. En zoals de Zwolse anjer wel zz, dus zeer zeldzaam. Op de kwekerij is de keuze groot en kunt u vallen voor net die ene anjer.

Een reactie plaatsen