Klinkt duur en ingewikkeld. Er wordt niks anders mee bedoeld dan dat in ’n bepaald project, gebied of wat dan ook verschillende vormen van levende en niet levende zaken voorkomen. Die niet levende zaken zijn in de Westerse cultuur van ondergeschikt belang. Onterecht. Biodiversiteit, een veelvoud van levensvormen bestaat bij de gratie van water, lucht en aarde, tenminste dus drie van de vijf elementen. Biodiversiteit wordt gemakshalve maar in het hoofdstuk geitenwollensokken ondergebracht.
Tot op dit moment, terwijl we zo ongeveer alles kunnen zoeken en vervolgens vinden, is nog steeds niet aangetoond dat een levensvorm niet “nodig” is, althans vanuit het standpunt van de mens bezien, Steeds meer komen die zoekers er achter, zien het onder hun neus gebeuren, dat het wegvallen van dat kleine slakje grote gevolgen heeft voor al het leven in die buurt of op die plek. Die zelfde zoekers maken ons er ook steeds meer op attent dat we echt moeten oppassen. Als het al niet te laat is.
Voorbeeld is de klaagzang van boeren die hun gras opgegeten zien door muizen. Vijftig jaar geleden hoorde je zo’n klaagzang nooit. Kort door de bocht, vossen en stootvogels zorgde voor flinke dunning, dat is ook de reden waarom die muizen zoveel kindertjes krijgen. Koeien trapten menig hol dicht, die arme beesten wonen nu ook alleen maar binnen. In elk landschap vond je voorheen, nog geen 30 jaar geleden, overhoekjes met hoge bomen en bramen, brandnetel en ander door ons zo genoemd onkruid, waar die predatoren leefden. En flink opruiming hielden onder de muizen.
Wat heeft dat nu met tuinen te maken? Alles. Nog steeds wordt in de conservatieve tuinbladen het gevecht, het bij voorbaat verloren gevecht tegen de natuur en tegen biodiversiteit geprezen als de beste wijze van tuinieren. De verkeerde boom op de verkeerde plek, de verkeerde heester en de verkeerde vaste plant idem is het gevolg Planten die op een plek staan waar hun levensvoorwaarden voldoen zijn nooit ziek, worden niet aangevallen door luis of trips. Vlinders komen als rups uit eitjes, plant dan tussen uw kostbare planten een exemplaar dat de rups nog liever heeft dan uw plant. Beetje zoeken en dan lukt dat uitstekend. Enzovoort enzovoort.
In mijn tuin groeien de botanische krokus en narcis in een bedje van speenkruid, nog nooit een probleem mee gehad, ze verdwijnen alle drie tegelijkertijd onder de grond en de Hosta ‘Blue Cadet’ neemt de plek over. Tussen andere Hosta plant ik sla, probaat middels tegen slakken en als er teveel zijn vang ik ze weg en zet ze uit aan de overkant van de beek. Biodiversiteit is zoeken naar planten die met elkaar kunnen leven zonder u een pijnlijke rug te bezorgen. In hoeverre u daar architectuur bij gebruikt is een kwestie van smaak. Great Dixter en de tuin van Beth Chatto in Engeland zijn prachtige voorbeelden. Het Arboretum Kalmthout bij Antwerpen eveneens
Die biodiversiteit zorgt voor voldoende leven in alle vormen. Wormen, egels, mollen,vogels en vlinders, bijen en hommels, voor iedereen is plek naast Hosta, prariegrassen, Clematis en Berberis. De keuze valt op planten die een stootje kunnen hebben, denk aan droogte, nachtvorst of een stortbui met windstoten. Als we een bijdrage aan duurzaamheid willen leveren is biodiversiteit in de tuin een heel grote aanzet en doen we de natuur,ons zelf en nakomelingen een groot plezier
loek peters
